Generalist met vaardigheden van de 21e eeuw
Een farmaceutisch chemicus, wat houdt dat eigenlijk in? Professor Honing legt uit: “Traditioneel zijn er meerdere stromingen binnen de chemie. Zo studeer je bijvoorbeeld proces chemie, analytische chemie, of medische chemie. Daarbij is het of/of. Met het toevoegen van een nieuw uitstroomprofiel (c.q. afstudeerrichting) aan Zuyd en een nieuwe mastertrack ‘farmaceutische chemie’ aan de Universiteit Maastricht ontwikkelen en implementeren wij twee innovatieve opleidingen, in nauwe samenwerking met de HAN en de Radboud Universiteit. Het betreft een interdisciplinair programma waarin studenten breed zullen worden opgeleid, zonder daarbij af te doen aan de fundamentele wetenschap”. De eerste stappen naar een geaccrediteerde master zijn inmiddels gezet.
Het project zet, anders dan de traditionele opleidingen, sterk in op capaciteiten die door het bedrijfsleven gevraagd worden. Schott: “Anno 2020 worden op de werkvloer extra skills van een farmaceutisch chemicus verwacht. Denk daarbij aan de kennis van kwaliteitssystemen en standaard werkprocedures of het werken in interdisciplinaire projectgroepen die bijdragen aan de strategische bedrijfsdoelen”. Echter de kwaliteit van het onderwijs op zowel HBO- als academisch niveau blijft volgens Honing onverminderd belangrijk: “Naast de brede vaardigheden dienen de studenten nog altijd over een gedegen inhoudelijke kennis van de wetenschap te beschikken. Het curriculum mag geen omgedraaide kerstboom worden”.
Van groot belang voor regionaal MKB
Dankzij deze innovatieve manier van onderwijs, zullen volgens Schott de hybride-specialisten bijdragen aan het terugdringen van het nijpende tekort aan WO’ers en HBO’ers op de arbeidsmarkt. “Dat is met name van belang voor het regionale MKB. Door de kleinschaligheid en het dynamische karakter van deze bedrijven, moet de farmaceutisch chemicus van alle markten thuis zijn. Maar ook bij de grotere industriële R&D laboratoria zien wij een toenemende vraag naar breed opgeleid toptalent”.
De nieuwe master moet de studenten overtuigen om hun (academische) loopbaan in Maastricht voort te zetten. Honing: “Omdat er geen passende master is, zien wij nu nog dat veel studenten na hun bachelor naar een andere universiteit vertrekken. Eeuwig zonde voor de regionale economie”. Hij vult aan: “Wanneer een student eenmaal weg is, komt hij of zij niet snel terug naar Zuid-Limburg. Daarom willen we ze hier houden en ze laten aarden in het regionale bedrijfsleven”. Dat geldt overigens ook voor HBO’ers. “Bij hen kijken we niet alleen naar een goede uitstroom naar de arbeidsmarkt, maar ook naar een betere doorstroom naar het wetenschappelijk onderwijs”.
Wapen in de strijd om de beste studenten
Toptalent behouden voor de regio vormt een flinke uitdaging, zo erkent Honing. Zeker wanneer je als universiteit concurreert met een gerenommeerde naam als bijvoorbeeld Oxford. Toch ziet Honing de toekomst rooskleurig: “Natuurlijk zullen er studenten zijn die een academische carrière ambiëren en naar een grote buitenlandse universiteit vertrekken om daar onderzoek te doen, daar zijn wij zelf ook trots op. Het betreft echter maar een klein gedeelte. Het merendeel van de studenten zal hun kennis in de praktijk willen gaan brengen in het bedrijfsleven. Daar zetten wij met dit project actief op in”.
Binnen de master wordt gebruik gemaakt van het unieke Maastrichtse concept ‘Problem Based Learning 2.0’ (PBL2.0), waarin de vraagstelling in kleine onderwijsgroepen besproken wordt. Daarmee onderscheidt het project zich niet alleen van traditionele specialisaties in Nederland, maar gaat het, in de strijd om de beste studenten, zich ook meten met gerenommeerde universiteiten in het buitenland. Honing: “Met de nieuwe master en het PBL2.0-onderwijs bieden wij studenten een uniek en interdisciplinair programma, zonder overvolle collegezalen”.